Op donderdag 29 februari duwden alle partners van het warmtenet Antwerpen-Noord op de symbolische startknop. De grootste afnemer is moutbedrijf Boormalt op de rechteroever van de Antwerpse haven.
Na vijf jaar voorbereiding en één jaar bouwen is het zover: industriële afvalverwerker Indaver levert vanaf nu duurzame warmte aan de grootste mouterij ter wereld, van moutbedrijf Boortmalt. Voor de productie van 470.000 ton mout per jaar (goed voor 16 miljard biertjes) zijn immers grote hoeveelheden warmte nodig voor het drogen van de gekiemde gerstzaden.
Door aan te sluiten op het warmtenet Antwerpen-Noord kan de mouterij 120 GWh van de 270 GWh jaarlijkse warmtevraag dekken, wat overeenkomt met het jaarlijkse verbruik van ongeveer 10.000 gezinnen en een jaarlijkse vermindering van de broeikasgasuitstoot met 30 000 ton CO2. Moutgroep Boortmalt heeft overigens als doel om al hun 27 mouterijen wereldwijd tegen 2035 klimaatneutraal van energie voorzien.
Vanuit de afvalverbrandingsinstallatie van Indaver transporteren de warmteleidingen over een afstand van ongeveer 10 km water op een temperatuur van 105°C naar Boortmalt. De retourtemperatuur is 65°C.
Tweede fase naar residentiële warmteklanten
Deze aansluiting van Warmtenet Antwerpen-Noord is de eerste faze. In april start de uitbreiding naar sociale woningen in de appartementsgebouwen van de wijken Luchtbal en Rozemaai, waar ongeveer 3200 gezinnen klant worden van het warmtenet. In 2025 worden de eerste appartementsblokken aangesloten op het warmtenet. Daarnaast zal het warmtenet ook warmte leveren aan scholen en openbare gebouwen.
Open access warmtenet
Warmtenetwerk Antwerpen-Noord bestaat uit twee grote delen, met telkens een andere investeerder en beheerder. Het eerste stuk naar Boortmalt is in handen van vennootschap ‘Warmtenetwerk Antwerpen Noord’, met Indaver en Port of Antwerp als partners. Het tweede deel van het warmtenet naar residentiële warmteklanten wordt gebouwd en beheerd door Fluvius in opdracht van Stad Antwerpen.
Het is ook het eerste “open acces” net in Vlaanderen: elk bedrijf in de buurt van het leidingtracé dat warmte produceert en/of wil afnemen kan toetreden.
De Vlaamse regering kende aan het project een investeringssubsidie toe.