Het Antwerpse schepencollege zette het licht op groen voor de uitrol van warmtenetten, met de goedkeuring van de “Grote Warmteverbinding”.
Begin mei besliste het Antwerpse stadsbestuur om haar strategische visie op de uitrol van warmtenetten, de “Grote Warmteverbinding”, ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. Het is een stadsbrede visie met drie onderdelen:
Antwerpen engageert zich om in 2050 klimaatneutraal te zijn en dus de uitstoot van fossiele brandstoffen drastisch te verminderen. In het onderzoek daarvoor formuleert de Stad nu verschillende duurzame alternatieven om de gebouwen op haar grondgebied fossielvrij te verwarmen. Het resultaat is een warmtezoneringskaart die uitwijst waar welke technologie het beste werkt: warmtepompen, alternatieve bronnen of hernieuwbaar gas. Deze kaart wordt de leidraad voor het nieuwe warmtebeleid van Antwerpen.
“Dankzij dit instrument kunnen we microscopisch inzoomen op verschillende stadswijken en duurzame warmtealternatieven op maat voorzien”, zegt schepen voor leefmilieu Tom Meeuws. “Het is een erg dynamisch instrument waar we flexibel mee kunnen omspringen. Op termijn creëren we fossiel- en CO2-vrije verwarming voor volledige stadsdelen. We kunnen letterlijk spreken van de Grote Warmteverbinding”.
Afweging van warmtenetten, warmtepompen en renovatie
De weergegeven warmtezoneringskaart geeft het verschil in “total cost of ownership” (TCO) over 30 jaar weer tussen twee duurzame warmte-opties: een warmtenet of warmtepompen (“full electric” concept inclusief doorgedreven isolatie).
Deze kaart hanteert als randvoorwaarde een energetisch renovatieniveau van 100% realisatie van het technisch en economisch haalbaar renovatiepotentieel. Kaarten met een realistischer scenario van 50% realisatie van renovatiepotentieel kleuren uiteraard nog roder: de optie warmtenetten is in meer zones nog duidelijker voordeliger dan warmtepompen.
Negen pilootzones voor warmtenetten
Op basis van de warmtezoneringskaart stelde de Stad nu al een plan van aanpak op, specifiek voor de warmtenetten in Antwerpen. Het plan definieert negen pilootzones met een hoog potentieel voor warmtenetten. Het gaat om Linkeroever, het Eilandje, de omgeving van Nieuw Zuid, Kiel, Fruithoflaan, Stuivenberg, de omgeving Luchtbal/Rozemaai, de omgeving van de Kaaien, en de Ringzones Oost en Zuidoost. Om de pilootzones te bepalen, werden verschillende criteria naast elkaar gelegd:
Schepen voor stadsontwikkeling Annick De Ridder: "Bij nieuwe wijkontwikkelingen zoals Nieuw Zuid en de Slachthuissite bijvoorbeeld, is vandaag al een aansluitverplichting opgenomen in het RUP. Zodra er effectief een warmtenet ligt, kan dus via vergunningen de aankoppeling aan het warmtenet verzekerd worden."
Na goedkeuring door de gemeenteraad gaat de stad gaat samen met Fluvius, het Havenbedrijf Antwerpen, Fineg, de provincie Antwerpen en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij de warmtenetten verder concretiseren en uitrollen.
Verbinding met de haven
Door financieel bij te dragen in de kosten, zet Antwerpen ook het licht op groen voor de aanleg van een leidingenkoker onder de Royerssluis. Die maakt het technisch mogelijk om de opportuniteiten te bekijken voor het transport van restwarmte van de petrochemiebedrijven langs de Scheldelaan richting stad. “De restwarmte vanuit de haven kan een belangrijke schakel vormen in dit verhaal”, benadrukt schepen Tom Meeuws. “We zouden op die manier een grote warmteverbinding realiseren tussen haven en stad.”
Meer informatie
Warmtezoneringskaart (100% renovatie)
Website Antwerpen Morgen: Energievraag in kaart